Vanmorgen stond ik gezellig met
Lotje te douchen. Ze kletst het honderd uit terwijl ze mij even flink in zeept
en mijn naakte lijf aan een inspectie onderwerpt. “Maham, jij hebt wel dikke
billen zeg.” Ik zeg braaf: “Ja schat, mama moet niet meer zoveel snoepen.” En
ik denk: “Wat krijgen we nou zeg. Heb ik met veel moeite mijn gewicht boven de
50 kg gekregen, is dit het resultaat?!” Maar de dag is nog niet voorbij. Als
Lot eindelijk in bed ligt (na 3x plassen, een barre zoektocht naar
hondenknuffels en eindeloos gezemel over of haar okapi vriendjes wel veilig langs
de waterval zijn gekomen) komt haar dagelijks terugkerende gesprek over onze
kapsels naar boven. “Maham, mijn haar is echt lang hoor, ik moet echt naar de
kapper, het hangt voor mijn ogen, ik zie echt niets meer. Even voor de
duidelijkheid. Lot was tot haar 3e jaar gewoon compleet kaal, het
laatste half jaar is er eindelijk iets pluizigs gegroeid wat op haar lijkt. En
dat beetje haar heeft ze tussendoor eigenhandig geknipt, zelfs de kapper kon er
niets meer van maken. Dus het enige harige wat in de buurt van haar ogen komt
zijn haar wenkbrauwen. Maar als verstandige moeder antwoord ik natuurlijk dat we
snel naar de kapper gaan. Maar dan ben ik aan de beurt. “Maham, jeetje wat is
jouw haar lang zeg, jij moet echt naar de kapper hoor!” Volgens mij is het tijd
om te gaan slapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten