We rijden terug van de
hockeytraining en de meisjes hebben weer eens geen gebrek aan het gespreksstof.
De discussie gaat over insecten, waarvan ze liever niet hebben dat ze
bestonden. Denk aan: prikvliegen, muggen, horzels en bloedzuigers… Dan zegt
onze biologe Lotje: “Ik wou dat ‘oorwurmers’ niet bestonden.” Wat? Oorwarmers? “Nee, oorwurmers…, want
die hebben mij eens geprikt…” Ik was in de veronderstelling dat die beesten
geen vlieg kwaad deden, maar wij zijn gelukkig thuis. Papa wacht ons op en Lot
vraagt meteen: “Papa, ‘oorwurmers’ kunnen je toch prikken?!” Manlief kijkt
ietwat verbaast en zegt: “Oorwarmers?”
Ook paps doet verwoede pogingen om duidelijk te maken dat het toch echt
oorwormen zijn. Alle inspanning ten spijt, de dames vinden ‘oorwurmers’ gewoon
beter klinken...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten